alternatieven-voor-ondergrondse-CO2-opslag-NRC_Handelsblad_20180619_3_02_4

Alternatieven voor de ondergrondse opslag van CO2 zijn goedkoper, blijkt uit een rapport in opdracht van milieuorganisaties. De Nederlandse industrie kan aan zijn doelstellingen voor de energietransitie voor 2030 voldoen met relatief goedkope, deels al (bijna) rendabele technische aanpassingen. Dat meldt onderzoeksbureau Kalavasta, in een rapport dat betaald werd door de milieuorganisaties. Volgens de onderzoekers zijn die opties goedkoper dan het opslaan van CO2 in de bodem. De kwestie is belangrijk voor de onderhandelingen over het klimaatakkoord. In 2030 moet de Nederlandse uitstoot van broeikasgas met 49 procent zijn beperkt. In een raming die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in april uitbracht, haalt de industrie de helft van zijn doelstelling door ondergrondse CO2-opslag. Greenpeace, dat tegen CO2-opslag is, bracht het rapport maandagavond in aan de industrie-onderhandelingstafel. 'Er is een enorme potentie om de industrie te verduurzamen', aldus campagneleider klimaat en energie Faiza Oulahsen van Greenpeace. Vorige week werd bekend dat de onderhandelingen aan de "industrietafel" moeizaam verlopen. Fabrieken willen zich niet in de kaarten laten kijken over hun verduurzaming. 'Zet op korte termijn het meeste geld in op de goedkopere opties voor recycling en elektrificatie', bepleit John Kerkhoven van Kalavasta op basis van zijn berekeningen. 'En investeer voor de lange termijn in elektrolyse om waterstof te produceren.' Kerkhoven ontwikkelde de afgelopen tien jaar een simulatiemodel voor de Nederlandse energietransitie.