slim-gebruik-gasnet-NRC_Handelsblad_20171026_1_18_3

Hybride verwarming van woningen - met aardwarmte, elektriciteit én gas - is beter dan het officiële streven naar "gasvrij", betoogt Kees van der Leun. Het nieuwe regeerakkoord toont ambitie op het gebied van klimaat. Het besteedt terecht veel aandacht aan het energieverbruik van bestaande woningen. Om vóór 2050 de emissies daarvan tot nul terug te brengen, wordt allereerst gemikt op isolatie, gevolgd door toepassing van duurzame warmtebronnen. Daarbij lijkt 'gasvrij' het uitgangspunt te zijn: 'Voor het eind van de kabinetsperiode willen we 30.000 tot 50.000 bestaande woningen per jaar gasvrij kunnen maken of in ieder geval zodanig energie-efficiënt dat ze op korte termijn gasloos gemaakt kunnen worden.' Echter: het streven naar een volledig gasloze warmtevoorziening van woningen kan de energietransitie vertragen en onnodig duur maken. Voor gebieden met een hoge dichtheid (tot zo'n kwart van onze woningen) kan gewerkt worden aan distributie van duurzame warmte, Voor de overige woningen zijn oplossingen veelal gebaseerd op toepassing van een elektrische warmtepomp. Daarvoor moet de woning vergaand geïsoleerd worden. Als de warmtepomp echter ook in zeer koude perioden, die maar zelden voorkomen, alle warmte moet leveren, dan brengt dat in zulke perioden een hoge piek in de elektriciteitsvraag met zich mee. Daarvoor zou dan een grote verzwaring van de elektriciteitsinfrastructuur nodig zijn, die maar zelden gebruikt wordt: een dure oplossing, die bovendien gepaard gaat met veel nieuwe hoogspanningsleidingen. Hier komt nog bij dat onze elektriciteit in Nederland in toenemende mate uit windenergie komt, en als het hier echt koud is, waait het vaak minder. Voor woningen die een elektrische warmtepomp krijgen lijkt een hybride oplossing daarom verstandiger: behoud het gasnet, en zet gas in als elektriciteit schaars is. In zo"n oplossing wordt het gasverbruik sterk teruggebracht vergeleken met de huidige situatie, waardoor inzet van duurzaam gas mogelijk wordt. Tot slot is een warmtevoorziening die gebruik kan maken van twee verschilllende energiedragers minder kwetsbaar. De kans dat we met z'n allen in de kou moeten zitten wordt een stuk kleiner.